Blog

Koolzaadwas is een natuur product en heeft dan ook andere eigenschappen dan kaarsen dan paraffine.

• De lont van de koolzaadwas kaars moet tussen de 1 en 1.5 centimeter lang zijn. Als de lont langer is, doof dan de kaars, wacht tot de lont is afgekoeld en knip de lont af tot hij 1 centimeter lang is.
• Probeer bij het aansteken van de kaars eerst de was te laten smelten zodat de lont het koolzaadwas kan opzuigen. Een lont hoort een buiging te maken, op die manier brand hij het mooiste.
• Zorg dat het smeltvlak van de koolzaadwas kaars schoon blijft dus dat er geen resten lont of lucifers in blijft liggen.
• Koolzaadwas is zachter dan gewoon kaarsvet en lekt daardoor meer.
• Gebruik altijd een ruime onderzetter die lekkend koolzaadwas kan opvangen (gelekt koolzaadwas lost op in een heet sopje).
• Zorg dat de kaars niet op de tocht staat, de kaars gaat dan walmen en onregelmatig branden.
• Laat de koolzaadwas kaars goed vlak staan, als de kaars scheef staat kan hij gaan roeten, te veel lekken en onregelmatig gaan branden.
• Als een lont is het koolzaadwas ligt, kun je voorzichtig de omringende was wegsnijden tot dat de lont weer enigszins vrij ligt, probeer hem dan weer aan te steken.
• Doof een koolzaadwaskaars bij voorkeur met een snuiter ofwel een kaarsen dover op die manier blijft de lont de was opzuigen en is hij klaar voor een volgende brand sessie.
• Zorg voor ruime afstand tussen de kaarsen en dat ze voldoende vrij ruimte om zich heen hebben.
• Laat een brandende kaars nooit alleen achter!!
• De omgevingstemperatuur heeft invloed op het brandproces. Bij een lage temperatuur zal er minder buitenwand mee smelten dan bij een hogere omgevingstemperatuur.